De reguliere zorg is de enige die écht werkt, de niet-reguliere zorg werkt alleen als je erin gelooft. Hoewel deze stelling erg kort door de bocht is, geeft dit wel de heersende opinie weer. De complementaire zorg is niet-regulier, dus wordt ook die nog steeds in twijfel getrokken. En dat is jammer, omdat juist deze de reguliere zorg completer maakt. Hoe komt het dat de complementaire zorg maar niet van dat ‘zweverige’, negatieve imago afraakt? En waarom blijven wij zo hardnekkig labelen?
Dat komt met name door het feit dat de basis van de reguliere en de complementaire zorg fundamenteel van elkaar verschilt. Je kunt ook geen Engelse tekst in het Nederlands vertalen met behulp van een Frans woordenboek. De reguliere zorg is geënt op een materiële, mechanische benadering. Materialisme in de betekenis van de eeuwenoude filosofie dat feitelijk alles in het leven en het universum – alle fysieke zaken en voorwerpen, maar ook emoties en gedachten – herleidbaar is tot materie. Vandaag de dag gebruiken we de term materialisme vooral als aanduiding van een levenshouding waarbij het centraal staat zoveel mogelijk goederen te verzamelen. Hoewel de betekenissen verschillen, staan ze niet los van elkaar. Het een is het gevolg van het ander. Hoogstwaarschijnlijk doet die eerste betekenis geen belletje rinkelen en denken we er dus logischerwijze ook niet over na. We nemen je dus even mee terug in de tijd om een en ander te verduidelijken.
Simpele machines
Doordat in de 17e eeuw in de wetenschappelijke onderzoeksmethoden steeds meer nadruk kwam te liggen op rationaliteit en empirisch bewijs werden natuurverschijnselen gereduceerd tot ‘simpele’ machines. Dat werkte fantastisch. Want hierdoor slaagden natuurwetenschappers erin om de natuur – nauwkeuriger dan ooit – te beschrijven, begrijpen en zelfs te voorspellen. In de medische wetenschap ontstond in die tijd steeds meer aandacht voor de anatomie. Daarmee deden ook de mechanische modellen voor het lichaam hun intrede. Hierdoor werd het materialisme binnen de wetenschap steeds dominanter en groeide dit uit tot een vanzelfsprekendheid. Op basis hiervan wordt er dus nog steeds van uitgegaan dat de natuurwetten vaststaan en dat alles wat niet verklaard kan worden, nog zal worden opgelost of gewoonweg illusoir is. Dat er niets anders is dan materie en alles in wezen mechanisch is.
Holistisch mensbeeld
Het is niet meer dan logisch, dat het op basis van deze uitgangspunten, erg lastig is om iets te verklaren dat hier fundamenteel van verschilt. De klassieke wetenschappelijke modellen lenen zich hier gewoonweg niet voor. De complementaire zorg gaat namelijk uit van een holistisch mensbeeld waarbij lichaam, geest en ziel samenwerken, waarbij stoffen uit de natuur kunnen worden gebruikt en/of wordt uitgegaan van het energetisch principe. Daarbij wordt sterk ingezet op het stimuleren van het zelfhelend vermogen. Dit staat haaks op de mechanische, materiële insteek.
Wankele verbinding
De vraag rijst hoelang die louter materiële, mechanische wetenschappelijke benadering nog bestaansrecht heeft. Hoewel de complementaire zorg steeds opnieuw de samenwerking zoekt, blijft het een wankele verbinding. Dat komt ook door het beeld dat wij ervan hebben. De klassieke wetenschap is uitgegroeid tot een religie. De reguliere zorg staat synoniem aan de absolute waarheid, waar we met zijn allen heilig in geloven. Ook nu door het groeiend inzicht in de kwantumwereld blijkt dat het allemaal niet zo logisch is, blijven we hier toch rigide aan vasthouden.
Gezondheid centraal
Terwijl hierdoor juist de ruimte voor de ontwikkeling van een integrale visie zou moeten ontstaan. Waarbij niet die eeuwigdurende discussie – wat waar of onwaar is of beter gezegd wat wel of niet met behulp van de reguliere onderzoeksmethoden bewezen kan worden – de boventoon voert, maar bovenal de gezondheid van de mens centraal moet staan. Dat is per slot van rekening het overkoepelende doel. Deze ontwikkeling wordt versneld als we zelf in ieder geval al onze beperkende gedachten en vooroordelen loslaten. We zijn prima in staat om zelf te toetsen wat wel of niet werkt. De vraag of de complementaire zorg ook werkt als je er niet in gelooft, kan daarom wellicht het best beantwoord worden met een tegenvraag. Geloof jij in jezelf?
Literatuurlijst: Sheldrake R. (2020) The Science Delusion – New Edition. London, UK: Hodder & Stoughton Ltd.