11. Kwantumbiologie

Lange tijd werd gedacht dat kwantumverschijnselen geen rol kunnen spelen in warme, vochtige en rommelige ruimtes zoals cellen. Inmiddels is duidelijk dat de natuur al miljarden jaren enthousiast gebruik maakt van kwantumverschijnselen zoals superpositie, verstrengeling en tunneling. “Genen zijn te klein om niet de invloed van de kwantumregels te ondergaan,” stelt kwantumbioloog Jim Al-Khalili.

Wat is de ‘spark of life’ ofwel hoe ontstaat leven? Jim Al-Khalili en Johnjoe McFadden werpen in het boek ‘Life on the edge’ hun licht op diverse raadsels om dichterbij het antwoord te komen. Zoals: hoe vinden vogels hun weg over de wereld? Raadsels zijn fascinerend omdat de oplossing ervan ons inzicht in de wereld fundamenteel kan veranderen, zo stellen ze. Zou de oplossing van bovenstaand raadsel dan kunnen zorgen voor een revolutie in de biologie? Hoe bizar ook, het antwoord is: ja. Vogels vinden hun weg over de aardbol met behulp van het aardmagnetisch veld en door het gebruik van onder andere kwantumverstrengeling.

Roodborstjes, clownvissen, bacteriën die overleven onder het ijs van de Zuidpool, dinosaurussen die door de Jurabossen zwierven, monarchvlinders, fruitvliegjes, planten en microben, ze passeren allemaal de revue in ‘Life on the edge’. Volgens Al-Khalili en McFadden is er geen twijfel over mogelijk dat dat wat er zo wonderbaarlijk en uniek aan is, voortkomt uit het feit dat zij, net als wij, geworteld zijn in de kwantumwereld.

“Er is de laatste jaren flink wat vooruitgang geboekt in de kwantumbiologie,” concludeert het tweetal. “Kwantumverschijnselen zoals superpositie en tunneling zijn ontdekt bij veel biologische verschijnselen, van de manier waarop planten het zonlicht opvangen tot de manier waarop al onze cellen biomoleculen aanmaken. Zelfs ons reukvermogen en de genen die wij van onze ouders erven kunnen gebaseerd zijn op die vreemde kwantumwereld. In ’s werelds meest prestigieuze wetenschappelijke tijdschriften verschijnen nu regelmatig nieuwe artikelen over onderzoek op het gebied van de kwantumbiologie; en er is een klein maar toenemend aantal onderzoekers dat met klem stelt dat aspecten van de kwantummechanica inderdaad een niet onbelangrijke, en zelfs cruciale, rol spelen bij het verschijnsel leven.”

“De grootste vraag in de wetenschap, die centraal staat in dit boek,” aldus Al-Khalili en McFadden. “Hoe kunnen inerte atomen en moleculen die in gesteente worden aangetroffen dagelijks worden omgezet in rennend, springend, vliegend, varend, zwemmend, groeiend, hatend, verlangend, vrezend, denkend, lachend, huilend, lévend materiaal. Deze buitengewone transformatie valt ons niet op omdat wij er zo aan gewend zijn, maar we moeten niet vergeten dat zelfs in deze tijd van genetische manipulatie en synthetische biologie, mensen nog nooit iets levends hebben gemaakt van louter levenloze materialen. Dat onze technologie er tot dusver niet in is geslaagd om een transformatie te bewerkstelligen die zelfs de simpelste microbe op onze planeet moeiteloos kan voltrekken, suggereert dat onze kennis van wat ervoor nodig is om leven te maken onvolledig is.”

Minstens één van de ontbrekende puzzelstukjes is te vinden in de wereld van de kwantummechanica, blijkt uit recent onderzoek. “Het leven lijkt met één been in de klassieke wereld van de dagelijkse dingen te staan, en met het andere in de vreemde, wonderlijke diepte van de kwantumwereld.” Al-Khalili en McFadden betogen dat het leven zich afspeelt op de kwantumgrens. “Het leven verschilt van levenloze objecten omdat relatief kleine aantallen bijzonder ordelijke deeltjes, zoals die in een gen of in het vogelkompas, voor een heel organisme veel kunnen uitmaken De kleur van je ogen, de vorm van je neus, aspecten van je karakter, je intelligentieniveau en zelfs je vatbaarheid voor ziektes worden feitelijk allemaal bepaald door precies zesenveertig zeer ordelijke supermoleculen: de DNA-chromosomen die je van je ouders hebt geërfd. Geen levenloos macroscopisch object in het bekende universum is zo gevoelig voor de microstructuur van de materie op het meest fundamentele niveau – een niveau waar eerder de kwantummechanica heerst dan de klassieke wetten.”

Literatuurlijst: Al-Khalili J., McFadden J. (2015) Life on the Edge | Hoe leven ontstaat – Op het snijvlak van biologie en kwantumleer, vertaling door Vernooy R. Amsterdam/Antwerpen, Uitgeverij Atlas Contact. Hoek G. Onze wereld en evolutie – Wat is kwantumbiologie? Geraadpleegd op 11 juli 2023 van  https://bijzonderewereld.nl/kwantumbiologie-verklaart-het-leven.

10. Kwantummystiek 

De term kwantummystiek wordt door fysici gebruikt als negatieve verwijzing om paranormale verschijnselen en bijna-doodervaringen te verklaren aan de hand van kwantumbegrippen. Het overgrote deel van de fysici wijst een eventuele connectie resoluut van de hand. Het strookt niet met ons materiële wereldbeeld. En wie zich in dat wereldbeeld nog steeds prima kan vinden en hiermee goed uit de voeten kan, moet dit ook gewoon zo houden. Maar…

Er zijn heel veel dingen die we niet kunnen verklaren, waar bewijs voor ontbreekt, maar die we wel allemaal (her)kennen. Denk aan alle keren dat iemand jou belt, net nadat je aan degene dacht. Een buikgevoel, dat zegt dat er iets niet klopt. Het feit dat je voelt dat er iemand naar je kijkt. Het ‘idee’ dat je een situatie al eerder hebt beleefd, maar dit niet kan duiden. Of dat je een plek herkent, terwijl je er nog nooit bent geweest. Dat je voelt wanneer er ruzie in de lucht hangt. Er zijn talloze dingen, die materieel gezien, niet verklaard kunnen worden, maar ze zijn er toch. Voorbeelden zoals bovenstaand beschreven, worden echter algemeen geaccepteerd. Omdat we dit allemaal (her)kennen, wordt hier doorgaans niet moeilijk over gedaan.

Einstein

Dat ligt compleet anders bij zaken als paranormale verschijnselen en bijna-doodervaringen. Terwijl ook dit veel vaker voorkomt, dan over het algemeen wordt aangenomen, valt dit buiten de maatschappelijk geaccepteerde norm. Er rust een taboe op waardoor velen er gewoonweg niet over dúrven te praten. Er is immers wetenschappelijk bewezen dat dit niet kan kloppen. Het is echter juist deze veronderstelling die niet klopt. In de medische westerse wereld staat de materiële benadering, dat het bewustzijn een product of gevolg is van de hersenen, gewoonweg nooit ter discussie. Het vormt het fundament van alles en geldt als dé absolute waarheid. Dit is echter nooit expliciet onderbouwd, vandaar dat filosofen en neurowetenschappers zich hier al eeuwenlang het hoofd over breken. De medische wetenschap houdt echter zo dogmatisch vast aan die ‘absolute waarheid’ dat dit een onbevooroordeelde kijk in de weg staat. En dat maakt het lastig. Albert Einstein zei al dat een vooroordeel moeilijker te splitsen is dan een atoom. Hij had gelijk.

Eindeloos bewustzijn

Want de kwantumfysica is er inmiddels wonderwel in geslaagd om dat atoom te splitsen, maar dat hardnekkig vooroordeel blijft fier overeind. Pim van Lommel, van 1977 tot 2003 als cardioloog verbonden aan het Rijnstate Ziekenhuis in Arnhem, deed decennialang intensief onderzoek naar bijna-doodervaringen (BDE) en voerde een grootschalige klinische studie hiernaar uit. In zijn boek ‘Eindeloos bewustzijn’ belicht hij de resultaten en komen tal van praktijkervaringen aan bod. Hij is er inmiddels van overtuigd dat ons brein het weliswaar mogelijk maakt om bewustzijn te ervaren, maar dat het niet door ons brein wordt geproduceerd. Het bewustzijn is niet gebonden aan plaats of tijd, het is er altijd, óók als er – tijdelijk – geen hersenfunctie is.

Overgangsstaat

“Gebaseerd op alle theoretische aspecten van de toch frequent gemelde ervaring zouden we toch serieus de mogelijkheid moeten overwegen dat de dood, net als de geboorte, slechts een overgang zou kunnen naar een andere staat van bewustzijn,” stelt van Lommel in zijn boek. “De dood is dan slechts het einde van het fysieke aspect. Onderzoek naar BDE geeft ons dan wel niet het onomstotelijke bewijs, omdat de mensen met deze ervaring niet definitief zijn overleden, maar ze zijn wel heel dicht bij de dood geweest. Wetenschappelijk is hiermee dus wel degelijk bewezen dat bewustzijn los van het lichaam ervaren kan worden bij niet-functionerende hersenen. We hebben dus een lichaam, maar we zijn bewustzijn. Want zonder lichaam blijken we nog steeds in staat om bewuste ervaringen te hebben.”

Stapje voor stapje

Van Lommel hoopt dat er een (postmaterialistische) wetenschap komt die subjectieve ervaringen includeert. In de huidige wetenschap – die gebaseerd is op een materialistisch paradigma – worden subjectieve ervaringen niet meegenomen en tellen alleen de objectiveerbare en reproduceerbare feiten. De cardioloog heeft wel de indruk dat de wetenschap wereldwijd, stapje voor stapje, steeds meer opschuift richting deze visie en dat bewustzijnsonderzoek een steeds grotere rol speelt in de moderne wetenschap.  

Niet normaal

Als wij nu collectief bereid zijn om wel al voorbij het materialistisch paradigma te kijken, door simpelweg dat taboe alvast te doorbreken, komt daar in elk geval al iets meer vaart in. Er zijn heel veel mensen die ‘paranormale’ ervaringen hebben. Niet alleen volwassenen, maar vooral ook heel veel kinderen. Het voorvoegsel -para- betekent letterlijk ‘naast’ of ‘voorbij’. Paranormaal staat in die zin dus gelijk aan ‘naast of voorbij het normale’. Hierdoor groeien we op met de veronderstelling dat dit ‘niet normaal’ is. Dat we dit alleen als zodanig bestempelen omdat de wetenschap hier maar geen verklaring voor kan vinden, daar staan we doorgaans niet bij stil.   

In de kramp

Het is simpelweg ‘normaal’ geworden om de waarheid vooral buiten onszelf te zoeken. Daarom is het voor velen zo lastig om – op zijn minst – te overwegen dat het misschien wel anders in elkaar steekt. En voor iedereen die alleen al bij de term ‘bewustzijn’ spontaan in de kramp schiet: dit is niet zweverig of irrationeel, het strookt alleen niet met het beeld waarmee we zijn opgegroeid, opgevoed en ons leven leiden. Alvorens dit weer zo resoluut naar het rijk der fabelen te verwijzen, hieronder een 2500 jaar oude ‘fabel’ waar misschien wel heel veel waar- en wijsheid in schuilt:   

“Geloof niet zomaar iets wat je hebt gehoord.
Geloof niet in tradities alleen omdat ze vele generaties doorgegeven zijn.
Geloof niet iets alleen op basis van het feit dat er veel over gepraat wordt.
Geloof niet iets omdat het zo staat opgeschreven in geschriften die afkomstig zijn van oude wijzen.

Geloof niet in vermoedens.
Geloof niet iets omdat een autoriteit, een docent of iemand die ouder is het zegt.
Geloof alleen iets nadat je het voor jezelf hebt uitgetest en op die manier hebt ontdekt, dat het zowel voor jou blijkt te werken alsook dat het ten goede komt aan alles en iedereen.
Accepteer het dan en leef er dan ook naar.”

Literatuurlijst: Lommel van P. (2023 jubileumeditie). Eindeloos bewustzijn – Een wetenschappelijke visie op de bijna-dood ervaring. Utrecht, Nederland, Uitgeverij Ten Have.

Sheldrake R. (2020) The Science Delusion – New Edition. London, UK, Hodder & Stoughton Ltd.

Kastrup B. (2014). Why Materialism is Balony: How true skeptics know there is no death and fathom answers to life, the universe and everything. Winchester/ Hampshire, UK, iff Books, John Hunt Publishing Ltd.

09. Adem in, adem uit

“Is meditatie bezigheidstherapie voor zweefjurken, kralenkettinkjes en monniken? Iets voor mensen die het geestelijk moeilijk hebben en de werkelijkheid niet aankunnen? Het is in elk geval niks voor hardwerkende mensen met overvolle agenda’s. En het is zeker niet nodig voor normale, weldenkende mensen zoals jij en ik,” zo leidt neuroloog Steven Laureys zijn boek in. Wat is meditatie nu eigenlijk, wie heeft hier baat bij en wat is het effect? In ‘Het no-nonsense meditatieboek’ geeft Laureys antwoord. 

‘Het is niet de realiteit die telt, het gaat erom hoe jij de realiteit ervaart.’ Dat simpele zinnetje – in een gesprek met een collega-psychiater – zorgde meer dan twintig jaar geleden bij Laureys voor een aha-moment, bekent hij in zijn no-nonsense meditatieboek. Het leidde ertoe dat hij al ruim twee decennialang diepgaand, wetenschappelijk onderzoek doet naar het effect van meditatie en mindfulness op de hersenen. Steven Laureys is verbonden aan het Franstalig Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek en werkt sinds 1997 bij de Universiteit van Luik, waar hij de Coma Science Group van het GIGA Consciousness Onderzoekscentrum leidt. Daarnaast is hij als klinisch professor verbonden aan de dienst Neurologie van het Universitair Ziekenhuis Sart-Tilman in Luik.

Hardnekkig misverstand

Om maar meteen een hardnekkig misverstand de wereld uit te helpen: meditatie is niet proberen om aan niets te denken. Het gaat om het observeren van gedachten en wanneer die afdwalen dat te laten gebeuren en de aandacht terug te brengen naar de ademhaling of een ander object. Tijdens mediteren en mindful zijn, ga je de aard van je ervaring onderzoeken door je gedachten en emoties te ‘zien’, te leren kennen zodat je er beter mee kunt omgaan. Wetenschappelijke studies tonen aan dat meditatie en andere geest-lichaam-oefeningen ofwel mind-body-interventies doeltreffend kunnen zijn in het verbeteren van onze fysieke en mentale gezondheid.

Beter beschermd

Sinds kort is er zelfs een mogelijke verklaring voor de effecten van meditatie op DNA en moleculair niveau, zo beschrijft Laureys in zijn boek. Het is herhaaldelijk aangetoond dat meditatietraining een effect kan hebben op onze chromosomen (diep in de celkernen). Met name op de beschermingskapjes of telomeren. Wanneer we verouderen worden die beschermingskapjes kleiner en uiteindelijk verdwijnen ze. Chronische stress en piekeren, lijken dit proces te versnellen. Bij proefpersonen die veel mediteerden zijn deze beschermende telomeren verlengd. Dit geeft dus een betere bescherming van onze cellen en een grotere overlevingskans. Waarschijnlijk kan ook de expressie van onze genen, die betrokken zijn bij stress gerelateerde ontstekingsreacties en ziekten, positief worden beïnvloed door meditatie. Er is echter nog meer onderzoek nodig om de precieze mechanismen bij specifieke ziektebeelden, helder te krijgen.

Metacognitie

Geef mindfulness en meditatie een kans, pleit Laureys. Iedereen die hiervoor openstaat kan er zijn voordeel uithalen. Mensen die mindful bezig zijn, ervaren minder stress, beschikken over een betere concentratie, zijn productiever, creatiever en beter in staat adequate oplossingen te kiezen. Want mindfulness wordt gelinkt aan het bevorderen van de metacognitie. Dat is ons vermogen om gedachten en gevoelens te observeren en te zien voor wat ze zijn, namelijk mentale gebeurtenissen en niet noodzakelijk de ‘realiteit’ of de ‘waarheid’. Hoe beter dat vermogen wordt ontwikkeld, hoe meer vrijheid je hebt om adequate oplossingen te kiezen, in plaats van automatische reacties.

Slimmere beslissingen

Er bestaat volgens Laureys nog een andere interessante link tussen mindfulness en betere beslissingen nemen: de sum-cost-bias. “Het is onze neiging om tegen beter weten in met iets door te gaan, omdat we er al te veel tijd of geld hebben ingestopt,” legt hij in zijn boek uit. “Het is de reden waarom je niet uit een slechte relatie wil stappen, waarom je een slechte film afkijkt omdat je toch al ‘halverwege’ bent of waarom je weigert om die alsmaar dalende aandelen te verkopen. Mindfulness vermindert deze neiging waardoor we dus in staat zijn om slimmere beslissingen nemen.”   

Lange lijst

“Iedereen kan mediteren, mindful bezig zijn. Je hebt er geen dure goeroe voor nodig. Natuurlijk kun je een workshop of cursus volgen, maar pas op met personen of instanties die claimen dat ze de waarheid in pacht hebben,” waarschuwt Laureys. “Je kunt het ook gewoon thuis doen, via een app op je smartphone of een video op internet. Het kan formeel op een meditatiekussen of informeel op elk ‘verloren’ moment van de dag. Voldoende studies hebben aangetoond dat het direct of indirect vele positieve effecten kan hebben. Minder negatieve gedachten, piekeren of stress, betere slaap, sterkere immuun-afweer, correctie van hoge bloeddruk, verlaagde pijn, voorkomen van depressie(herval)…Het is een lange lijst met weinig risico’s of bijwerkingen, dus ga jij het proberen?” 

Bullshit

‘Het no-nonsense meditatieboek’ is een absolute must-read voor iedereen die zegt dat hij hier écht geen tijd voor heeft, dit niet kan en/of vindt dat dit zweverige bullshit is. ‘Geen tijd’ bestaat niet, ‘geen prioriteit’ wel. Iedereen kan mediteren, het zijn de verwachtingen die roet in het eten gooien. Je kunt pas iets als bullshit bestempelen, NADAT je kennis hebt genomen van de tegenargumenten. In ‘Het no-nonsense meditatieboek’ beschrijft Laureys ook oefeningen, in de vorm van onder andere ademhalingstechnieken en bodyscans, waar je direct mee aan de slag kunt. Ook geeft hij in ‘Tools & tricks’ een overzicht van verschillende smartphone-apps die hierbij kunnen ondersteunen. Voor alle ouders met een aha-moment na het lezen van dit boek: er is ook een versie voor de kleintjes, ‘Het no-nonsense meditatieboek voor kinderen’.

Literatuurlijst: Laureys S. (2020). Het No-Nonsense Meditatie Boek – Hoe bewust zijn je mentale en fysieke gezondheid kan versterken. Utrecht/Antwerpen, Kosmos Uitgevers.

08. Houston, we have a problem

Iets is absurd tot bewezen kan worden dat het dat niet is. En dat kan in de kwantumwereld lang duren. Einstein heeft driftig gezocht naar experimenten waarmee hij de juistheid van de kwantumtheorie kon weerleggen. Zo poneerde hij in 1935 samen met twee collega’s een ‘onmogelijke’ stelling die – als de kwantumtheorie ‘volledig’ was –  zou moeten kloppen. Wat voor onmogelijk werd gehouden, bleek waar. Al kon dit in 2015 pas echt experimenteel bewezen worden.

Samen met zijn collega’s Podolsky en Rosen bedacht Einstein de zogenoemde EPR-paradox. Een gedachte-experiment waarin gesteld werd dat als de kwantumtheorie klopt, dan zou een kwantumdeeltje zoals een elektron als het in tweeën gesplitst wordt, elkaar op grote afstand, onmiddellijk – dus sneller dan licht, de hoogst mogelijke snelheid – moeten kunnen beïnvloeden. Onmogelijk, stelde Einstein, hij noemde het ‘spukhafte fernwirkung’ ofwel een ‘spookachtige-werking- op-afstand’. Het druiste in tegen zijn speciale relativiteitstheorie, die onder andere stelt dat gelijktijdigheid relatief is.

Kwantumverstrengeling

David Bohm bedacht een manier om dit gedachte-experiment te vertalen naar een meting die in de praktijk uitgevoerd kon worden. Hiermee introduceerde hij de term verstrengeling in de kwantumfysica. Hoewel de hieruit voorkomende resultaten door metingen van John Bell later nog eens werden bevestigd, bleef Einstein volhouden dat de kwantumtheorie niet ‘volledig’ kon zijn en de hiervoor benodigde kennis gewoonweg nog ontbrak.

*Een metaforische uitleg van verstrengeling, vind je onderaan dit blog.

Onbegrijpelijk

Medio 2015 werd bekend dat het een onderzoeksgroep van TU Delft gelukt is, om experimenteel aan te tonen dat verstrengeling écht bestaat. Er werden twee elektronen door middel van een foton aan elkaar verstrengeld. Terwijl ze op 1,3 kilometer afstand van elkaar waren, bleek dat bij meting van het ene deeltje, dit ook meteen effect had op het andere deeltje. Hoewel nog steeds niemand snapt hoe verstrengeling fysiek nu echt werkt, staat wel vast dat die aanvankelijk absurde veronderstelling zo absurd niet is. De natuurkundige Richard Feynman zei ooit: “Wie zegt dat hij de kwantumfysica begrijpt, die snapt het niet.” De kwantumwereld druist in tegen onze ratio, al bewijst ze daarmee vooral ook dat die ratio het lang niet altijd bij het juiste eind heeft. Hoe meer we proberen te begrijpen, hoe minder we snappen, hoe ingewikkelder het wordt.

*Verstrengeling metaforisch uitgelegd: stel je hebt twee dobbelstenen in een doosje en je schudt ze door elkaar. Daarmee zijn ze verstrengeld. Ik pak er eentje en jij pakt die ander. Ik blijf hier en jij vliegt naar de VS. Als we vervolgens – 7.500 kilometer van elkaar verwijderd – op exact hetzelfde moment onze dobbelstenen opgooien, dan is de worp in Nederland bepalend voor die in de VS. Het dobbelen is en blijft natuurlijk in zekere mate een toevalsproces, maar er geldt wel een bepaalde regel, dat de som van de twee worpen bijvoorbeeld altijd gelijk is.

Literatuurlijst: Webredactie Communication TU Delft (2015, 21 oktober). Einsteins ongelijk: Delfts experiment beëindigt 80 jaar oude discussie. Geraadpleegd op 1 maart 2024, van https://www.tudelft.nl/dossiers.

Leeuwen van P.J. (2019). Kwantumfysica, Informatie en Bewustzijn – Harde wetenschap ondersteunt de illusie van de objectieve werkelijkheid. Rotterdam, Nederland, Mijnbestseller.nl

Kumar M. (2010). Quantum – Einstein, Bohr and the Great Debate about the Nature of Reality. London, UK, Icon Books.

Clegg B. (2017). Kwantum Theorie – De belangrijkste inzichten en stellingen uit de geschiedenis van de kwantummechanica. Kerkdriel, Nederland, Librero b.v.

07. Spiritueel materialisme

Grondleggers van de kwantumfysica zagen duidelijk overeenkomsten met oosterse filosofieën in die zin dat het bewustzijn fundamenteel is. De term die over het algemeen gebruikt wordt om het bewustzijn mee aan te duiden is spiritualiteit. En we zijn er in het Westen een kei in om héél vindingrijk met die term om te gaan. Zo is het boeddhisme omgetoverd tot een populaire lifestyle. Dat is koren op de molen van het ‘spirituele’ ego, maar heeft met bewustzijn niets te maken.

Toen hippies in de zestiger jaren via de zogenoemde Hippie Trail massaal naar Azië trokken, kwamen ze daar in contact met leermeesters, goeroes, en boeddhistische monniken. Deze kennismaking leidde rond 1970 in het Westen tot het ontstaan van de New Age-beweging, die zich hiermee nadrukkelijk afzette tegen de georganiseerde religie. Zo maakte het boeddhistisch gedachtegoed hier zijn entree, maar werd meteen ook het fundament gelegd voor tal van mythes, misverstanden en onjuiste aannames. Daar breit het spiritueel materialisme, de moderne variant, enthousiast op verder.

Antistressreligie

Prof. dr. Paul van der Velde, hoogleraar hindoeïsme en boeddhisme aan de Radboud Universiteit beschrijft in zijn boek ‘In de huid van de Boeddha’ de achtergrond van het boeddhisme en de ontwikkeling ervan, maar licht ook het oosters en westers perspectief toe. Want daarin schuilt een nogal wezenlijk verschil, zo blijkt. Het boeddhisme wordt hier met name gezien als een ‘antistressreligie’, maar dat is het zeker niet. Het is kenmerkend voor het boeddhisme om te kijken naar de behoeften van een persoon of een cultuur en de boeddhistische monniken zagen al snel dat er in het Westen vooral behoefte was aan stressreductie. Daar kunnen meditatie- of concentratieoefeningen zeker een bijdrage aan leveren. Dit is in het boeddhisme echter geen hoofddoel op zich. Het is een tijdelijk doel, omdat ‘het pad van de meditatie’ tot inzichten kan leiden. In Azië bijvoorbeeld draait het veel meer om rituelen waarmee onder andere de geesten van voorouders tot rust worden gebracht. Dat doen monniken niet in kloosters, maar bij de mensen thuis. Monniken die de verlichting bereiken, worden ritueel gezien als levende ‘doden’. Hierdoor kunnen de geesten van voorouders hen niet treffen en kunnen ze deze tot rust brengen.

Nonnen en monniken

Het beeld dat wij van het boeddhisme hebben, is voor een groot deel gebaseerd op onjuiste aannames. Monniken doen veel meer dan enkel mediteren. En het boeddhisme is niet zo zen, het is zelfs bij lange na niet zo vredelievend en geweldloos, als wij veronderstellen. En het is ook niet gestoeld op gelijkheid van mannen en vrouwen, zoals in het Westen gedacht wordt. Zo zou de Boeddha zich er hevig tegen verzet hebben dat vrouwen toetraden tot de gemeenschap. Qua rangorde staat de ‘hoogste’ non onder een jongetje dat net drie dagen geleden is toegetreden. En een donatie aan nonnen geeft minder karmische verdiensten, dan doneren aan monniken. Dat wordt in Azië ook vandaag de dag nog zo gezien.

Het boegbeeld

In het Westen is de Boeddha inmiddels ‘omgetoverd’ tot hét boegbeeld van het spiritueel materialisme, maar het raakt kant noch wal. Daarmee gaan we niet alleen voorbij aan de kern en de wijsheid van het boeddhisme, maar ook aan die van spiritualiteit. In de huidige individualistische westerse samenleving zijn we nu eenmaal opgegroeid vanuit ons ‘ik’, het ego. Alles draait om onze ‘unieke’ persoonlijke identiteit. In boeddhistische culturen wordt het ‘ik’ gezien als een illusie. Het vastklampen aan het ego zorgt juist voor stress, angst en ontevredenheid. Het spiritueel materialisme heeft dus niets met bewustzijn te maken, het is simpelweg een identiteitswissel van het ego. En wie op deze wijze met het ego aan de slag gaat, komt spiritueel gezien, bedrogen uit.

Spiritueel narcisme

Het grijpt echter tegenwoordig zo enthousiast om zich heen, dat termen als spiritueel narcisme en de spirituele bypass hun intrede hebben gedaan in de sociale psychologie. Roos Vonk, hoogleraar sociale psychologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen beschreef de voorbeelden van spiritueel materialisme in Psychologie Magazine: “Spiritueel narcisme: het idee dat je door je spirituele wijsheid een bijzonder persoon bent, beter dan anderen. Ook: de neiging hebben om sterk op te gaan in je eigen gevoelens (navelstaren) onder het mom van spirituele oefening. De spirituele bypass: onprettige gevoelens vermijden door ze te ontkennen en te spelen dat je al ‘aan de overkant’ bent: ‘Ik heb er helemaal geen last meer van!’ In werkelijkheid heb je de hele weg daarheen gewoon overgeslagen. Onverschilligheid: de doorgeschoten vorm van onthechting, waardoor nare dingen je niet meer raken. Passiviteit en gemakzucht: acceptatie en de ‘alles stroomt’-gedachte aangrijpen om verantwoordelijkheid te vermijden en dingen op hun beloop te laten.”

Doodlopend pad

Spiritueel materialisme is een logisch gevolg van het feit dat steeds meer mensen naar zingeving en betekenis zoeken. Het bewustzijn vind je echter niet op exclusieve retraites, op stranden in warme landen of bij ‘spirituele’ coaches of goeroes. Het zit in jezelf. Spiritueel materialisme is in dat opzicht dus gewoon een doodlopend pad. Want uiteindelijk daalt het besef in dat, dat waar zo wanhopig naar gezocht werd, na jaren zoeken nog steeds niet gevonden is. Dat is jammer voor iedereen die het hierin zocht, maar big business voor ondernemers die hier commercieel op inspelen. Boeddhistisch shoppen is hot en met die alsmaar groeiende vraag, stijgt ook nog steeds het aanbod.

Rationeel

Nu wordt ook kwantumfysica aan de haren erbij gesleept. Wie op internet gaat zoeken, stuit op kwantumsprongen, manifestatielessen, reizen in het kwantumveld en kwantummedicijnen. Hiermee wordt in wezen gewoon verder gebreid op die westerse vertaling van spiritualiteit. En wie op deze wijze de vertaalslag maakt, komt uit op datzelfde doodlopende pad. Wie zich echter juist op nuchtere wijze in het bewustzijn gaat verdiepen, komt veel verder. Daar is niets ‘zweverigs’ aan en je hebt er ook geen ‘spirituele’ gids of cursus voor nodig. Maar enkel een open blik en de bereidheid om te overwegen – en zelf te testen – of jij misschien toch anders in elkaar steekt, dan je altijd dacht. Want alleen zo kom je tot de kern. En dát is ook waar die grondleggers van de kwantumfysica naar verwezen: de fundamentele rol van het bewustzijn. Dat materie slechts een afgeleide daarvan is en dat bewustzijn niet in fysische termen verklaard kan worden. Dit gedachtegoed heeft niets te maken met de wijze waarop wij in het Westen met spiritualiteit aan de haal zijn gegaan.

Literatuurlijst: Velde van der P. (2021). In de huid van de Boeddha. Amsterdam, Nederland, Uitgeverij Balans.

Vonk R. (2021, 14 oktober). Psychologie Magazine, Spiritueel narcisme. Geraadpleegd op 9 augustus 2023, van https://www.psychologiemagazine.nl/artikel/spiritueel-narcisme.

Persvoorlichting & wetenschapscommunicatie Radboud Universiteit. (2020, 15 oktober). Spiritueel narcisme empirisch onderzocht. Geraadpleegd op 4 maart 2024, van https://www.ru.nl/onderzoek/onderzoeksnieuws.

06. Het kwantumbewustzijn

De term ‘bewustzijn’ interpreteren we doorgaans als een hersenactiviteit, de tegenhanger van ‘bewusteloos’. Je bent ofwel bij bewustzijn óf je bent bewusteloos. Waar dat bewustzijn nu precies vandaan komt en waar het zich fysiek bevindt, is vooral iets waar met name filosofen en neurowetenschappers zich al eeuwenlang het hoofd over breken. Door het dubbelspleetexperiment deed de ‘bewustzijnsdiscussie’ ook in de kwantumfysica zijn intrede.

Het dubbelspleetexperiment of tweespletenexperiment, dat in de begindagen van de kwantumfysica werd uitgevoerd, was een variant op het interferentie-experiment van de Engelse wetenschapper Thomas Young. Hij zocht, een eeuw eerder, met dit experiment een antwoord op de vraag of licht uit deeltjes of golven bestond. Als *interferentie optreedt, duidt dit op een golfkarakter. Is er geen interferentie, dan bestaat licht uit deeltjes. Hij stuurde licht door twee smalle spleten in een scherm om te zien of er interferentiepatronen ontstonden op het scherm daarachter. Op het achterste scherm werd een patroon zichtbaar dat leek op een korrelige streepjescode. Het gevolg van interferentie, dus licht bestaat uit golven.

Twee vlekken

In de kwantumfysica werd dit experiment herhaald, maar nu met elektronen in plaats van licht. Hierdoor kon ook onderzocht worden wat er gebeurt als de elektronen een voor een de spleten passeren. Dan zou geen interferentie moeten ontstaan, omdat de elektronen elkaar dan niet kunnen versterken of uitdoven en zouden er – in plaats van een  streepjescode – twee ‘vlekken’ op het achterste scherm zichtbaar moeten worden. Nadat er genoeg elektronen een voor een werden ‘afgevuurd’, kwam echter toch die korrelige streepjescode weer tevoorschijn. Dit wekte uiteraard de nieuwsgierigheid, want kan een elektron dan met zichzelf interfereren?

Debuut

Om dit uit te vinden werd een detector bij de twee spleten geplaatst. Het elektron blijkt of door de eerste of de tweede spleet te gaan, maar nooit door beide spleten tegelijk. Het interfereert dus niet met zichzelf. En er treedt nog iets uiterst merkwaardigs op. Op het achterste scherm is nu het interferentiepatroon verdwenen en zijn twee vlekken zichtbaar. Als de elektronen worden gedetecteerd ofwel worden bekeken/waargenomen, lijken ze zich anders te gaan gedragen. Het lijkt alsof het bewustzijn van de waarnemer invloed heeft op het gemeten elektron. Kan het bewustzijn de werkelijkheid beïnvloeden? Hiermee maakt het bewustzijn zijn debuut op het toneel van de kwantumfysica.

Oosterse filosofieën

Het merendeel van de fysici houdt zich strikt afzijdig van de discussie of de antwoorden op die bewustzijnsvragen, besloten zouden kunnen liggen in de kwantumfysica. In de kwantumwereld gelden gewoon hele andere wetten. Dit kan niet zomaar vertaald worden naar onze leefwereld en dient ook niet op deze wijze geïnterpreteerd te worden, zo klinkt het. Grote namen in de kwantumfysica en Nobelprijswinnaars Natuurkunde zoals Max Planck, Werner Heisenberg, Niels Bohr en Erwin Schrödinger waren van andere mening. De grondleggers van de kwantumfysica waren ervan overtuigd dat het bewustzijn een fundamentele rol speelt.

Omgedraaide wereld

Vandaag de dag – bijna 125 jaar later – is er nog steeds geen klip-en-klaar antwoord. Als bewustzijn inderdaad verklaard kan worden met behulp van kwantumfysica, zou dit kunnen betekenen dat het bewustzijn geen product is van onze hersenen. Sterker nog, het zijn niet de hersenen die bewustzijn voortbrengen, maar de hersenen bevinden zich in ons bewustzijn. Wat wij zien, is dan slechts een subjectief beeld van de werkelijkheid. Achter dit beeld van de werkelijkheid schuilt een collectief bewustzijn. Onze leefwereld is dan slechts een weergave die we door middel van onze hersenen en ons fysieke lichaam als zodanig ervaren. Er is dan ook geen objectieve werkelijkheid, maar alleen een subjectieve beleving. Deze zienswijze biedt antwoorden op vragen die de huidige wetenschap nog steeds niet kan verklaren zoals bijna-doodervaringen, tal van paranormale verschijnselen en fantoomgevoelens zoals fantoomjeuk en -pijn. Maar bovenal werpt dit een heel ander perspectief op fundamentele zaken zoals onze kijk op de dood. Want het bewustzijn zou dan na de dood helemaal niet verloren gaan.

Waarom wachten?

Als bewezen wordt dat ons bewustzijn inderdaad primair is en niet in fysische termen verklaard kan worden, heeft dit een gigantische impact op de wijze waarop wij de ‘werkelijkheid’ gaan zien, beleven en vormgeven. We hoeven echter niet te wachten tot het zover is. Als we ons er nu alvast bewust van worden dat bewustzijn heel iets anders is dan een hersenactiviteit, kunnen we daar wellicht al een glimp van opvangen. 

*interferentie betekent de samen- of tegenwerking van verschillende golven op dezelfde plaats en tijd. Als golven op één plek samen een trilling veroorzaken, kunnen ze elkaar versterken of verzwakken. Denk hierbij aan de golven (kringen) die in het water ontstaan zodra je er twee steentjes ingooit. Op de ene plek zijn de golven ofwel rimpelingen van het water veel sterker dan op de andere. Ze versterken elkaar of doven elkaar uit.

Literatuurlijst: Leeuwen van P.J. (2019). Kwantumfysica, Informatie en Bewustzijn – Harde wetenschap ondersteunt de illusie van de objectieve werkelijkheid. Rotterdam, Nederland, Mijnbestseller.nl

Kumar M. (2010). Quantum – Einstein, Bohr and the Great Debate about the Nature of Reality. London, UK, Icon Books.

Clegg B. (2017). Kwantum Theorie – De belangrijkste inzichten en stellingen uit de geschiedenis van de kwantummechanica. Kerkdriel, Nederland, Librero b.v.

Kastrup B. (2014). Why Materialism is Balony: How true skeptics know there is no death and fathom answers to life, the universe and everything. Winchester/ Hampshire, UK, iff Books, John Hunt Publishing Ltd.

05. The brain thinks, but the body knows

Niet alleen onze hersenen hebben een geheugen, maar ook de cellen in ons lichaam. Als trauma’s en negatieve emoties niet verwerkt worden, zorgt dit celgeheugen ervoor dat ze fysiek in het lichaam opgeslagen worden. Dat we ergens niet – meer – aan denken, betekent dus niet dat het fysiek geen weerslag meer heeft. Wij maken rationeel de balans op, maar ons lichaam ‘weet’ hoe het werkelijk zit.

De Amerikaanse neurowetenschapper dokter Candace Pert deed decennialang intensief wetenschappelijk onderzoek naar het effect van emoties op de cellen in ons lichaam en publiceerde hierover meer dan 250 wetenschappelijke artikelen. In haar boek ‘Molecules of Emotion’ (1997) beschrijft ze hoe neuropeptiden – minuscule eiwitten die neuronen gebruiken om onderling te communiceren – zich aan receptoren op de celwand hechten en zo emotionele informatie door ons hele lichaam sturen.

Non-actieve cellen

Emoties worden dus direct fysiek ervaren door elke cel in ons lichaam. De neuropeptiden hechten zich aan de receptoren op de celwand van elke individuele cel. Hierdoor kunnen bepaalde stofjes juist wel of niet door een cel worden opgenomen of afgescheiden. Als wij een emotie ervaren, zorgt dit ervoor dat er op celniveau iets verandert. Onopgelost trauma en negatieve emoties blokkeren de receptoren waardoor de ‘communicatie’ met andere cellen verstoord raakt en de celstofwisseling negatief beïnvloed wordt. Dit wordt vervolgens ook weer doorgegeven aan de volgende generatie cellen. Hierdoor worden deze cellen als het ware op non-actief gezet. Vaak jaren na een gebeurtenis, uit dit zich in psychische of fysieke klachten.

Genen, hersenen en gedrag

Hoewel jarenlang werd aangenomen dat ons immuunsysteem een autonoom werkend systeem was, is de klinische PNI ofwel de Klinische Psycho-neuro-immunologie, er al lang achter dat dit niet klopt. Onze hersenen en ons immuunsysteem zijn, met name dankzij de neuropeptiden, voortdurend met elkaar ‘in gesprek’. Er zijn inmiddels meer dan honderd verschillende neuropeptiden ontdekt, die allemaal een specifieke functie vervullen binnen ons zenuwstelsel. En ze blijken ook in staat om genexpressie te beïnvloeden en nieuwe synapsen aan te maken. Ze kunnen hersenen dus voor langere tijd veranderen, met name op het gebied van emoties en andere psychologische functies. Hiermee hebben ze concreet invloed op ons gedrag. Ze spelen onder andere een rol bij voortplanting, beloningsgedrag, sociaal gedrag, leervermogen en geheugen. Neuropeptiden hoeven niet fysiek met elkaar verbonden te zijn om met elkaar te kunnen communiceren. Ze vormen als het ware ook een ‘draadloos netwerk’ in onze hersenen. Neurobiologen zijn er onlangs in geslaagd om dit hersennetwerk in kaart te brengen. 

Trauma-DNA

We zijn dus eigenlijk helemaal niet zo rationeel als we zelf denken. De manier waarop wij dingen beleven, de manier waarop wij handelen, reageren, in het leven staan, kortom hoe wij onszelf en anderen zien, blijkt een complex samenspel te zijn van fysiologische en psychologische processen die elkaar continu beïnvloeden. Een trauma zit niet alleen in je hoofd, het zit ook in je cellen. Daarbij zou de term ‘trauma’ anders geïnterpreteerd moeten worden. Ook gebeurtenissen die wij niet als schokkend ervaren, kunnen een trauma veroorzaken. Trauma is simpelweg alles wat je zenuwstelsel niet heeft kunnen verwerken. Inmiddels is ook wetenschappelijk aangetoond dat trauma’s via het DNA kunnen worden doorgegeven aan volgende generaties. Dit wordt intergenerationeel trauma genoemd. Hier heb je zelf geen weet van, maar het beïnvloedt wel jouw gezondheid. En de gezondheid van je kinderen, als jij hier zelf niet actief mee aan de slag gaat. Op basis van de huidige wetenschappelijke inzichten, zou nu toch geconcludeerd mogen worden dat mentale, fysieke, emotionele, spirituele en energetische aspecten niet los van elkaar kunnen worden gezien. Ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en van grote invloed op onze fysieke en mentale gezondheid.

Literatuurlijst: Pert C.B. (1997). Molecules of Emotion – Why You Feel The Way You Feel. New York,  United States, Simon & Schuster LLC.

Natura foundation. (2016, 11 november). Steeds meer bewijs voor interactie hersenen en immuunsysteem. Geraadpleegd op 7 maart 2024, van https://www.naturafoundation.nl/kenniscentrum.

Persdienst KU Leuven. (2023, 15 november). Neurobiologen brengen ‘draadloos’ hersennetwerk in kaart. Geraadpleegd op 7 maart 2024, van https://nieuws.kuleuven.be.

Wolynn. M. (2022) It Didn’t Start With You – How inherited family trauma shapes who we are and how to end the cycle. London, UK, Vermilion/Penquin Random House.

04. Op welke frequentie stem jij af?

Energie is een informatiedrager. Het bevat informatie in de vorm van trillingen. De frequentie waarmee iets trilt kan wetenschappelijk gemeten worden en wordt uitgedrukt in hertz-eenheden. Alles heeft een bepaalde frequentie. Ook wat en hoe jij denkt of voelt, elke gedachte, elke emotie, beschikt over een bepaalde frequentie. Positieve gedachten en emoties beïnvloeden onze persoonlijke frequentie positief. Negatieve gedachten en emoties zorgen ervoor dat onze frequentie daalt. 

Hoewel iedereen geboren wordt met een bepaalde kernfrequentie, betekent dit niet dat die voor altijd vaststaat. Door gebeurtenissen, gedachten, emoties kan deze positief of negatief beïnvloed worden. Hoe bewuster we ons worden van wat we denken, voelen en doen en hoe bewuster we hiermee omgaan, hoe beter we in staat zijn om deze frequentie positief te beïnvloeden.

De schaal van Hawkins

De Amerikaanse psychiater David R. Hawkins deed jarenlang intensief onderzoek naar de invloed van bewustzijnsniveaus. Het onderzoek is wetenschappelijk gevalideerd en gepubliceerd in zijn proefschrift getiteld ‘Qualitative and Quantitative analysis and calibrations of the level of human consciousness’. In zijn boek ‘Power vs. Force, The Hidden Determinants of Human Behaviour’ beschrijft hij zijn ‘bewustzijnsschaal’ waarin hij bewustzijnsniveaus in zeventien lagen onderverdeelt. Elk niveau hangt samen met specifieke gedachten, emoties, overtuigingen, gedrag, houdingen en wereldbeelden. Zijn schaal is gekoppeld aan het chakrastelsel en de daarbij passende ‘kwaliteiten’. Via spiertesten werd hier een zogenoemde amplitude – de mate waarin de waarde afwijkt van de evenwichtstand – aan toegekend. Het bewustzijnsniveau kan per levensthema verschillen, maar volgens Hawkins hebben we wel een bepaald bewustzijnsniveau, waar we de meeste tijd in doorbrengen.

Balans versus disbalans

Hawkins verdeelt zijn schaal in twee categorieën: het niveau van bewustzijn en de daaraan gekoppelde emotionele toestand. In het midden van de schaal, vanaf het bewustzijnsniveau ‘moed’ vindt er een omslagpunt plaats. De spiertesten tonen aan dat de niveaus boven moed zorgen voor balans in het lichaam, de niveaus daaronder creëren disbalans. De bewustzijnsniveaus onder moed zijn respectievelijk: schaamte, schuld, apathie, verdriet, angst, verlangen, woede en trots. De hieraan gekoppelde emotionele toestand is respectievelijk: vernederend, verwijtend, wanhopig, betreuren, verontrustend, hunkerend, verafschuwend en versmaden. Na moed – waarbij de emotionele toestand aangeduid wordt als ‘bevestigend’ – volgen dan respectievelijk de niveaus neutraliteit, bereidwillend, aanvaardend, redenerend, liefde, vreugde en vrede. Met de hieraan gekoppelde emotionele toestanden: vertrouwend, optimistisch, vergeeflijk, begripvol, eerbiedig, sereen en gelukzalig.

De schaal van Hicks

Er is nog een andere schaal ontwikkeld waarbij emoties en trillingen aan elkaar gelinkt worden. Dit is de Emotional Guidance Scale van Abraham Hicks. De emotieschaal van Hicks loopt eveneens van positieve emoties zoals vreugde, waardering en liefde, die de hoogste trilling hebben, tot angst, wanhoop en machteloosheid, de laagste frequenties. Hoe dichterbij vreugde, hoe hoger de trilling, hoe verder ervan af, hoe lager.

Andere insteek

Hoewel deze schaal veel lijkt op die van Hawkins, steekt Hicks vooral in op hoe je met gedachten en emoties de ‘realiteit’ kunt beïnvloeden door de wet van de aantrekkingskracht. Deze wet stelt dat gelijksoortige trillingen elkaar aantrekken. Jij zendt met je gedachten en emoties een bepaalde trilling uit, waarmee je ook weer ‘dingen’ van eenzelfde trilling aantrekt. De insteek van Hawkins is vooral dat je positieve emoties moet toelaten en negatieve emoties moet loslaten. Niet door ze als negatief te bestempelen of ervoor weg te rennen, maar door ze bewust te voelen en te accepteren.

Onderbewustzijn aan het stuur

Aangezien wij ongeveer 95 procent van de tijd ons leven besturen vanuit het onderbewustzijn, zijn wij ons doorgaans helemaal niet bewust van onze gedachten en emoties. Wij zijn zo ‘geprogrammeerd’ door conditionering, percepties, patronen en overtuigingen vanuit het verleden dat we eigenlijk steeds hetzelfde doen, op eenzelfde wijze met dingen omgaan, dus ook steeds hetzelfde resultaat creëren. Dat gebeurt automatisch omdat door de constante herhaling neurale paadjes in onze hersenen zijn ontstaan. Dit is niet wie we zijn, dit is hoe we doen.

Nieuwe neurale paadjes

Jouw buitenwereld is een weerspiegeling van jouw binnenwereld. Pas als we ons hier bewust van worden, kunnen we dingen veranderen. Want als jij verandert, verandert ook jouw interactie met anderen en verandert alles om je heen. Dat is niet eenvoudig, want ons brein, dat in veel gevallen zeker zeer nuttig is, schiet hierdoor acuut in de weerstand. Dat wil namelijk veel liever die geijkte paadjes volgen. Dankzij de *neuroplasticiteit van onze hersenen, zijn we echter in staat dit te veranderen. We kunnen nieuwe neurale paadjes creëren. Het is in dat opzicht dus niet zozeer een mindset, maar misschien wel veel meer een brainset.

*De term neuroplasticiteit verwijst naar de capaciteiten van het brein om zichzelf te veranderen en aan te passen.

Literatuurlijst: Hawkins D.R. (1995). Power vs. Force – The Hidden Determinants of Human Behaviour. West-Sedona, United States, Veritas Publishing.

Hicks E., Hicks J. (2004). Ask and it is Given – Learning to Manifest Your Desires. Carlsbad, United States, Hay House Inc.

03. Geloof jij in jezelf?

De reguliere zorg is de enige die écht werkt, de niet-reguliere zorg werkt alleen als je erin gelooft. Hoewel deze stelling erg kort door de bocht is, geeft dit wel de heersende opinie weer. De complementaire zorg is niet-regulier, dus wordt ook die nog steeds in twijfel getrokken. En dat is jammer, omdat juist deze de reguliere zorg completer maakt. Hoe komt het dat de complementaire zorg maar niet van dat ‘zweverige’, negatieve imago afraakt? En waarom blijven wij zo hardnekkig labelen?  

Dat komt met name door het feit dat de basis van de reguliere en de complementaire zorg fundamenteel van elkaar verschilt. Je kunt ook geen Engelse tekst in het Nederlands vertalen met behulp van een Frans woordenboek. De reguliere zorg is geënt op een materiële, mechanische benadering. Materialisme in de betekenis van de eeuwenoude filosofie dat feitelijk alles in het leven en het universum – alle fysieke zaken en voorwerpen, maar ook emoties en gedachten – herleidbaar is tot materie. Vandaag de dag gebruiken we de term materialisme vooral als aanduiding van een levenshouding waarbij het centraal staat zoveel mogelijk goederen te verzamelen. Hoewel de betekenissen verschillen, staan ze niet los van elkaar. Het een is het gevolg van het ander. Hoogstwaarschijnlijk doet die eerste betekenis geen belletje rinkelen en denken we er dus logischerwijze ook niet over na. We nemen je dus even mee terug in de tijd om een en ander te verduidelijken.

Simpele machines

Doordat in de 17e eeuw in de wetenschappelijke onderzoeksmethoden steeds meer nadruk kwam te liggen op rationaliteit en empirisch bewijs werden natuurverschijnselen gereduceerd tot ‘simpele’ machines. Dat werkte fantastisch. Want hierdoor slaagden natuurwetenschappers erin om de natuur – nauwkeuriger dan ooit  – te beschrijven, begrijpen en zelfs te voorspellen. In de medische wetenschap ontstond in die tijd steeds meer aandacht voor de anatomie. Daarmee deden ook de mechanische modellen voor het lichaam hun intrede. Hierdoor werd het materialisme binnen de wetenschap steeds dominanter en groeide dit uit tot een vanzelfsprekendheid. Op basis hiervan wordt er dus nog steeds van uitgegaan dat de natuurwetten vaststaan en dat alles wat niet verklaard kan worden, nog zal worden opgelost of gewoonweg illusoir is. Dat er niets anders is dan materie en alles in wezen mechanisch is.

Holistisch mensbeeld

Het is niet meer dan logisch, dat het op basis van deze uitgangspunten, erg lastig is om iets te verklaren dat hier fundamenteel van verschilt. De klassieke wetenschappelijke modellen lenen zich hier gewoonweg niet voor. De complementaire zorg gaat namelijk uit van een holistisch mensbeeld waarbij lichaam, geest en ziel samenwerken, waarbij stoffen uit de natuur kunnen worden gebruikt en/of wordt uitgegaan van het energetisch principe. Daarbij wordt sterk ingezet op het stimuleren van het zelfhelend vermogen. Dit staat haaks op de mechanische, materiële insteek.

Wankele verbinding

De vraag rijst hoelang die louter materiële, mechanische wetenschappelijke benadering nog bestaansrecht heeft. Hoewel de complementaire zorg steeds opnieuw de samenwerking zoekt, blijft het een wankele verbinding. Dat komt ook door het beeld dat wij ervan hebben. De klassieke wetenschap is uitgegroeid tot een religie. De reguliere zorg staat synoniem aan de absolute waarheid, waar we met zijn allen heilig in geloven. Ook nu door het groeiend inzicht in de kwantumwereld blijkt dat het allemaal niet zo logisch is, blijven we hier toch rigide aan vasthouden.

Gezondheid centraal

Terwijl hierdoor juist de ruimte voor de ontwikkeling van een integrale visie zou moeten ontstaan. Waarbij niet die eeuwigdurende discussie – wat waar of onwaar is of beter gezegd wat wel of niet met behulp van de reguliere onderzoeksmethoden bewezen kan worden – de boventoon voert, maar bovenal de gezondheid van de mens centraal moet staan. Dat is per slot van rekening het overkoepelende doel. Deze ontwikkeling wordt versneld als we zelf in ieder geval al onze beperkende gedachten en vooroordelen loslaten. We zijn prima in staat om zelf te toetsen wat wel of niet werkt. De vraag of de complementaire zorg ook werkt als je er niet in gelooft, kan daarom wellicht het best beantwoord worden met een tegenvraag. Geloof jij in jezelf?

Literatuurlijst: Sheldrake R. (2020) The Science Delusion – New Edition. London, UK: Hodder & Stoughton Ltd.

02. Jij bent een bioveld

Wie voorgaand blog heeft gelezen, weet inmiddels dat alles uit energie bestaat en waarom. Atomen zijn piepkleine energieveldjes die zo krachtig zijn dat ze – zodra ze zich samenvoegen – vaste materie kunnen vormen. De materie die wij met onze zintuigen waarnemen, zijn in wezen dus slechts trillingen. Niet alleen die stoel waar we op zitten, maar ook ons fysieke lichaam. Ons lijf zit dus nog ingenieuzer in elkaar dan lange tijd gedacht werd. Het is namelijk ook een menselijk energieveld.

Het menselijk energieveld wordt tegenwoordig door de meeste onderzoekers het bioveld genoemd. Het onderzoek naar biovelden bevindt zich op het snijvlak van biologie, de klassieke natuurkunde en kwantumfysica. Het bioveld heeft namelijk elektromagnetische en fysiologische kenmerken, het staat in wederzijdse verbinding met het (menselijk) lichaam en beschikt mogelijk over kwantumeigenschappen. Volgens de huidige inzichten bestaat het bioveld uit – tenminste – *drie onderdelen: ten eerste een elektromagnetisch deel, ten tweede de energiekanalen in het lichaam, en tot slot de energiecentra.

Elektromagnetisch

Het elektromagnetische deel is waarschijnlijk bij iedereen wel bekend. Er wordt namelijk al ruim een eeuw lang onderzoek gedaan naar de elektromagnetische eigenschappen van ons lichaam. Met een ECG, een hartfilmpje, kunnen we inmiddels de elektrische signalen van het hart meten. Bij een EEG, een hersenfilmpje, kijken we naar de elektrische activiteit van de hersenen. Een bewegende lading heeft altijd een magnetisch veld. Elke cel, elk orgaan en het lichaam als geheel, beschikt dus over een magnetisch veld. Van alle organen ‘genereert’ ons hart het sterkste veld. Dit veld is zo groot dat het ons hele lichaam omvat en zelfs ver daarbuiten nog meetbaar is. Het is echter niet los te zien van de velden van alle andere organen, omdat alle velden continu op elkaar inwerken.

Kwantumdeeltjes

Naast dit – meetbare – elektromagnetische deel van het bioveld wordt op basis van empirische gegevens verondersteld dat we daarnaast ook beschikken over een zogenoemd subtiel energieveld. Dit deel, dat met de huidige meetapparatuur (nog) niet meetbaar is,  bestaat mogelijk uit elektromagnetische energie die niet of moeilijk te meten is en/of kwantumenergie. De ‘kwantumgedachte’ luidt dat veel processen in ons lichaam niet elektromagnetisch van aard zijn, maar gebaseerd zijn op impulsen van zogenoemde biofotonen ofwel lichtdeeltjes. Deze kwantumdeeltjes gedragen zich volgens de wetten van de kwantumfysica.

Energiekanalen

Het tweede onderdeel van het bioveld wordt gevormd door een netwerk van energiekanaaltjes in ons lichaam, ook bekend als meridianen. In de klassieke wetenschap werd hier lange tijd geen aandacht aan besteed omdat de kaart van de meridianen, zoals bijvoorbeeld gebruikt in de acupunctuur, niet overeenkwam met het klassieke beeld van de neurale netwerken in ons lichaam. Naar alle waarschijnlijkheid zijn er echter zelfs nog veel meer energiekanaaltjes dan de meridianenatlas nu laat zien. Deze kanaaltjes bevinden zich in alle weefsels tot in elke celkern. Daarmee zou dit energetisch netwerk nog uitgebreider zijn dan onze bloedsomloop. De energiekanalen zorgen voor het energietransport tussen de organen en begeleiden zo alle processen in ons lichaam. Daarnaast transporteren ze ook energie vanuit de omgeving het lichaam in en omgekeerd; vanuit het lichaam naar buiten.

Energiecentra

En dan tot slot de energiecentra. Zij vormen als het ware de organen van het energieveld. Ze halen nieuwe energie naar binnen en scheiden oude energie uit. Elk energiecentrum bedient een gedeelte van het menselijk lichaam. Daarnaast bevat het energieën die passen bij een deel van het lichaam en een deel van de persoonlijkheid. Lichaam en persoonlijkheid zijn op energetisch niveau vervlochten en kunnen dus niet los van elkaar worden gezien. Er zijn veel energiecentra, maar meestal worden zeven grote centra beschreven. Vijf daarvan zijn dubbel. Ze vormen een draaikolk aan de voorkant van het lichaam en éen aan de achterkant. Twee centra bevinden zich aan de uiteinden van de ruggengraat. Eén is vanuit het staartbeen naar de aarde gericht en éen vanuit de kruin de lucht in. Deze energiecentra komen overeen met oeroude beschrijvingen uit bijvoorbeeld India en staan ook wel bekend als de zogenoemde chakra’s. 

Energie als informatiedrager

De onderzoeken naar het bioveld laten dus zien dat het menselijk energieveld zich niet alleen ‘in’ ons lichaam bevindt, maar ook daaromheen. Het is als het ware opgebouwd uit verschillende lagen. Hoewel die lagen strikt gescheiden zijn, lopen er wel verbindingen tussen de lagen onderling en het energieveld in en buiten ons fysieke lichaam. Elke laag heeft daarbij een eigen frequentie. In dat opzicht is energie een informatiedrager. Elke frequentie bevat informatie in de vorm van hogere of lagere trillingen. De frequentielagen die zich het dichtst bij het lichaam bevinden, bevatten energie die past bij de frequentie van het fysieke lichaam. De subtielere frequentielagen, die zich verder van ons lichaam af bevinden, bevatten onze emoties en gedachten.

Gezonde frequenties

Het is van groot belang dat alle energetische structuren goed werken. Het lijkt er namelijk op dat deze structuren, die zich in en om ons lichaam bevinden, grote impact hebben op ons zelfhelend vermogen. Hierbij zijn fysieke en psychische processen nauw met elkaar verweven. Hoewel dit lange tijd als een speculatie werd gezien, hebben tal van onderzoeken en experimenten gedetailleerde informatie opgeleverd, die deze samenhang concreet laten zien. In een gezonde toestand van het lichaam heeft de energie in de energiekanalen – de kanaaltjes die zich in alle weefsels tot in elke celkern bevinden – een coherente trilling. Een coherente trilling is een frequentie met harmonieuze, gelijkmatige golven. Deze frequenties houden ons gezond. Als het netwerk van energiekanaaltjes ergens onderbroken wordt of geblokkeerd raakt, dan kan het systeem de juiste frequenties niet meer doorgeven en worden we ziek.

Verbonden

We zijn dus veel meer dan alleen een lichaam en een brein. We zijn, misschien wel op de eerste plaats, allemaal biovelden. En als separaat bioveld pikken we, door de verschillende lagen waaruit ons veld is opgebouwd, ook continu informatie op van alle andere biovelden om ons heen. We staan dus niet alleen continu in verbinding met onszelf, maar ook met iedereen in onze nabije omgeving. En zelfs met iedereen ver daarbuiten, aangezien frequenties niet gebonden zijn aan tijd of plaats. Denk maar aan een radio waarbij je weliswaar afstemt op een bepaalde frequentie, maar waarbij je niet alle andere frequenties ineens uit de lucht haalt. De kwantumfysica zou ons – door het inzicht dat alles uit energie bestaat – dus ook meer dan ooit moeten doen beseffen dat we écht allemaal met elkaar verbonden zijn.

*Op dit moment is een deel van het bioveld meetbaar en een ander deel (nog) niet omdat dit met de huidige meetapparatuur nog niet meetbaar is. Door de verschijnselen die deze veronderstelde velden teweegbrengen, op te tekenen, leidt dit wel tot onderzoekbare hypotheses.

Literatuurlijst: Waard de B.C. (2019). Energetische Therapie – Achtergronden, theorie en effectiviteit / Verbond Van Energetisch Therapeuten. De volledige publicatie is terug te vinden op de site van het Expertisecentrum Energetische Geneeskunde: https://eceg.info/publicaties/ .

Toelichting: In deze publicatie zijn, op verzoek van het bestuur, alle klinische studies met Reiki-behandelaren buiten beschouwing gelaten vanwege de (te) korte opleidingsduur – deze methode is in zéér vereenvoudigde (uitgeklede) vorm naar het Westen gebracht – en de afwezigheid van controle op de vaardigheden en de ervaring van Reiki-behandelaren.

Waard de B.C. (2021). Artikel ‘Het zelfgenezend vermogen energetisch bezien, gepubliceerd in het Vakblad Natuurlijke & Integrale Gezondheidszorg (p. 46 t/m 49), editie september-oktober, jaargang 2021.